Redenen en oplossingen voor slecht lassen van lasrobots

Sep 17, 2020

Laat een bericht achter

De toepassing van lasrobots heeft een zeer goed inkomen opgeleverd op het gebied van lassen, omdat lasrobots gemakkelijk te bedienen zijn en hun werkefficiëntie 3 keer zo groot is als die van normale werknemers. Lasrobots kunnen de veiligheid van laswerkers goed beschermen. Lasrobots hebben handenarbeid volledig vervangen. Het robotlassen maakt gebruik van argon-rijk gemengd gas afgeschermd lassen. De lasfouten die tijdens het lasproces optreden, omvatten over het algemeen lasafwijkingen, ondersnijding en poriën. De specifieke analyse is als volgt:

(1) Het optreden van lasafwijkingen kan worden veroorzaakt door een verkeerde laspositie of problemen bij het zoeken naar het laspistool. Op dit moment is het noodzakelijk om te overwegen of de TCP (de positie van het middelpunt van het laspistool) nauwkeurig is en pas deze aan. Als dit vaak gebeurt, controleer dan de nulpositie van elke as van de robot en kalibreer opnieuw om dit te corrigeren.

(2) Het optreden van ondersnijding kan het gevolg zijn van een onjuiste selectie van lasparameters, een verkeerde hoek van de lastoorts of een verkeerde positie van de lastoorts. U kunt het vermogen op de juiste manier aanpassen om de lasparameters te wijzigen, de toortshouding en de relatieve positie van de lastoorts en het werkstuk aan te passen.

(3) De poreusheid kan te wijten zijn aan een slechte gasbescherming, de primer van het werkstuk is te dik of het beschermende gas is niet droog genoeg en kan worden verholpen door overeenkomstige aanpassingen.

(4) Overmatig spatten kan het gevolg zijn van een onjuiste selectie van lasparameters, redenen van gassamenstelling of een te lange uitwendige verlenging van de lasdraad. U kunt het vermogen aanpassen om de lasparameters te wijzigen, het gasdoseerapparaat aanpassen om de menggasverhouding aan te passen en het laspistool en de relatieve positie van het werkstuk aanpassen.

(5) Een boogkrater wordt gevormd aan het einde van de las na afkoeling, en de ondergedompelde boogkraterfunctie kan tijdens het programmeren aan de werkstap worden toegevoegd om deze te vullen.